Op 15 april bespraken we met negen docenten van zes scholen het nieuwe format voor de mode-examens.
Wat is er anders?
ESS een examen ontwikkeld waarbij zowel de kwaliteit van het portfolio als de eindpresentatie worden meegewogen bij het bepalen van het eindcijfer. Eerst wordt er een voorlopig cijfer bepaald voor het portfolio. Daarna vindt de examenopdracht plaats. Tenslotte wordt het eindcijfer bepaald.
Authenticiteit
Voor de authenticiteitscheck is het noodzakelijk dat de begeleider nauw betrokken is geweest bij de ontwikkeling van de student tijdens het maken van de portfoliobewijzen. In het examen wordt vastgesteld of er op basis van de bewijsstukken een goed beeld gevormd kan worden van de beheersing van de student. Uit de bewijsstukken moet blijken dat alle beoordelingscriteria op het verwachte en vergelijkbare niveau zijn aangetoond. Tijdens de eindopdracht wordt de student bevraagd over deze bewijzen. Hier kan toch nog blijken dat de student onvoldoende kan vertellen over de totstandkoming van de bewijzen, en de authenticiteit betwijfeld wordt.
Eindcijfer
Bij het berekenen van het eindcijfer is gekozen voor een weging van de kwaliteit van het portfolio 80% en van de eindopdracht 20%. Een school kan hier eventueel van afwijken met een onderbouwing van deze keuze voor de eigen examencommissie.
Rubric
Voor de beoordeling van de eindopdracht is een rubric toegevoegd. Hiermee is het onderscheid tussen een onvoldoende, voldoende, goede en zeer goede eindopdracht te maken. Zowel het portfolio als de eindopdracht moeten met een voldoende beoordeeld worden.
Scholen kunnen tot uiterlijk 13 mei hun reacties indienen op dit format.
Meer informatie?
Stuur een mail aan Muriel Veenstra.